measure | EUdict | English>Dutch

Results for: measure

English	Dutch
measure	meten, meten; schatten, afwegen; toeluisteren, afmeten, middel; maat; afgmeting; meet apparatuur; ritme; gewicht; voorschrift
measure	maateenheid (n)
Measure	Maatregel ()
measure	meting (n)
anti-jamming measure	deblokkeringsmaatregel
calculated measure	berekende maateenheid (n)
Complexity measure	Complexiteitsmaatregel ()
counter measure	tegenmaatregel
counter-measure	tegenmaatregel
dimension; size; measurement; gauge; measure; time; tempo; mate; metrics	maat
emergency measure; makeshift; expedience	noodmaatregel
emergency measure; makeshift; expedience	noodoplossing
linear measure; measure of length	lengtemaat
linked measure group	gekoppelde meetgroep (n)
measure dimension	meeteenheid (n)

Translations: 1 – 15 / 31

Total number of language pairs: 544
Total number of translations (in millions): 15.4