authority | EUdict | English>Dutch

Results for: authority

English	Dutch
authority	autoriteit, gezag, autoriteit; bevoegdheid;instantie
authority	bevoegde instantie
authority	gezag
authority	machtiging (n)
approbation office; approving authority	keurbureau
approving authority; inspecting authority; testing authority	keuringsinstantie
authority information access	toegang tot CA-gegevens (n)
Authority Key Identifier	Authority Key Identifier (n)
certification authority	certificeringsinstantie (n)
certification authority hierarchy	hiërarchie van certificeringsinstanties (n)
Certification Authority Web Enrollment	Certificeringsinstantie voor webregistratie (PN)
enterprise certification authority	certificeringsinstantie (CA) voor ondernemingen (n)
Health Registration Authority	statusregistratie-instanties (n)
IBA (Israel Broadcasting Authority)	Israëlische radio omroep
intermediate certification authority	tussenliggende certificeringsinstantie (n)

Translations: 1 – 15 / 30

Total number of language pairs: 544
Total number of translations (in millions): 15.4